Eigenlijk moet bij elke vorm van samenwerking een samenwerkingsovereenkomst worden gemaakt. Voor een eenvoudige samenwerking (delen van de printer met je buurman) volstaat een half A4tje (wie belt de monteur als hij stuk gaat), voor strategische samenwerkingen (een film maken met een consortium van vier bedrijven) is echt een contract nodig.
Om je een beetje op weg te helpen, hieronder een lijst met zaken die vaak worden vergeten als er afspraken gemaakt worden, maar die genoeg stof voor conflict kunnen geven:
- Eigendom: wie wordt eigenaar van het eindproduct?
- Aansprakelijkheid: wie is aansprakelijk voor wat tijdens het project?
- Inspanningsverplichting: welke inspanning wordt van elk van de partners verwacht?
- Investering: welke investering wordt van elk van de partners verwacht?
- Organisatiefee: krijgt de partner die het administratieve deel van het project op zich neemt daar een vergoeding voor?
- Acquisitiefee: krijgt de partner die klanten aandraagt daar een vergoeding voor?
- Exitstrategie: wat als een van de partners uit het project wil stappen?
- Entreestrategie: kunnen later nieuwe partners instappen?
- Beslissingsbevoegdheid: mogen de partners individueel beslissingen nemen, of alleen gezamenlijk?
- Woordvoerderschap: wie mag namens het consortium spreken?
- Rechtsvorm: wat wordt de rechtsvorm van de samenwerking? Is er wel een rechtsvorm nodig? Zo nee, welke partner gaat dan verplichtingen aan?
- Winstdeling: hoe worden de opbrengsten verdeeld?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten